Dit is mijn mensfiguur in de juiste verhoudingen:
En het bijpassende verhoudingsschema:
En mijn karkater waarbij ik de verhoudingen heb veranderd:
Wat ik heb gedaan is dik/groot en dun afgewisseld. De armen die heb ik ook dun gehouden omdat ik mijn karakter een slungelige uitstraling wilde geven. Ik wilde dat hij er een beetje als een nerd uit zou zien en de daarbij horend steriotype: slungel, onhandig etc.
zaterdag 14 januari 2012
vrijdag 13 januari 2012
Margriet Kamminga - mensenfiguur pabo
Mensfiguur pabo
Bij beeldende vorming moesten wij een een mensfiguur tekenen met de juiste verhoudingen. In het begin had ik de armen veel te kort getekend.
Nadat we deze opdracht hadden afgerond mochten we een mensfiguur tekenen waarvan de verhoudingen niet klopten. Dit vond ik een leuke opdracht om te doen om ik mijn fantasie erin kwijt kon.
Bij beeldende vorming moesten wij een een mensfiguur tekenen met de juiste verhoudingen. In het begin had ik de armen veel te kort getekend.
Nadat we deze opdracht hadden afgerond mochten we een mensfiguur tekenen waarvan de verhoudingen niet klopten. Dit vond ik een leuke opdracht om te doen om ik mijn fantasie erin kwijt kon.
Margriet Kamminga - de ontwikkeling van het mensfiguur
Deze tekening hoort bij het krabbelstadium, er is nog niets concreets aanwezig. Het rode figuur lijkt wel een beetje op een poppetje maar het is allemaal nog vrij abstract.
Pieter (jongen), 4 jaar
Deze tekeningen zijn van het schematische stadium. Elk poppetje dat getekent is ziet er ongeveer hetzelfde uit en er wordt duidelijk nog getekend vanaf de grondlijn. De verhoudingen kloppen van geen kant en de armen komen nog uit de zij. De kinderen hebben nog niet genoeg kennis van de antonomie van het lichaam om de verbindingen juist te tekenen.
Pieter (jongen), 4 jaar
Deze tekeningen zijn van het schematische stadium. Elk poppetje dat getekent is ziet er ongeveer hetzelfde uit en er wordt duidelijk nog getekend vanaf de grondlijn. De verhoudingen kloppen van geen kant en de armen komen nog uit de zij. De kinderen hebben nog niet genoeg kennis van de antonomie van het lichaam om de verbindingen juist te tekenen.
Deze tekening is van het realistisch stadium. De verhoudingen kloppen ongeveer. De armen komen gewoon vanuit de schouders. Het meisje die deze tekening heeft gemaakt maakt nog wel veel gebruik van pictogrammen zo de zon en het huisje wat bij het schematische stadium hoort. Maar omdat ze wel de verhoudingen probeert goed te tekenen en het gezicht van het meisje vrij realistisch heeft getekend denk ik dat het in het realistische stadium hoort.
De opdracht (Jessica Post 100430)
Portret aftekenen
Het motorische probleem is dat de kinderen goed de overgang moeten maken tussen de foto en de tekening. Het getekende moet goed aansluiten bij de foto of poster. Ze mogen dit met verschillende materialen doen, wat het beste past bij de afbeelding die ze af moeten tekenen.
De productieve opdracht:
De kinderen moeten een poster (A4 formaat) of een foto
meenemen met daarop een gezicht of een persoon. De kinderen moeten het plaatje
door het midden knippen. Hij plakt de linker- of de rechterhelft van het
gezicht of lichaam op een leeg A4 tekenpapier. Het kind moet nu de andere helft
er zo goed mogelijk bij tekenen. Hierbij moeten de kinderen erop letten dat de
symmetrie zo goed mogelijk blijft, dus ze moeten zo natuurgetrouw mogelijk de
afbeelding afmaken.
Waarom deze opdracht in mijn stage klas?
Deze opdracht is goed voor mijn klas, omdat ze veel moeite
hebben met het tekeningen van mensenfiguren. Bij deze opdracht hebben ze
houvast, omdat de ene helft al op het papier staat. Wel moeten ze rekening
blijven houden met de verhoudingen, anders klopt de afbeelding straks helemaal
niet meer. Ze moeten dus goed kijken hoe groot en waar alles getekend moet
worden. Dit is goed voor de leerlingen, omdat ze dan een duidelijker inzicht
krijgen in de verhoudingen van een gezicht of lichaam. Ik probeer met deze
opdracht te bereiken dat alle kinderen op het niveau van realistisch stadium
kunnen tekenen.
De problemen met deze opdracht.
Het technische probleem is dat ze de
afbeelding zo goed mogelijk moeten aftekenen. Als ze zich niet houden aan de
verhoudingen van het gezicht of lichaam, dan klopt de hele afbeelding niet
meer. Dit wordt met deze opdracht heel erg duidelijk of ze dat goed kunnen zien
en na kunnen tekenen.
Het motorische probleem is dat de kinderen goed de overgang moeten maken tussen de foto en de tekening. Het getekende moet goed aansluiten bij de foto of poster. Ze mogen dit met verschillende materialen doen, wat het beste past bij de afbeelding die ze af moeten tekenen.
Ontwikkeling van de mensfiguur (Jessica Post 100430)
In mijn stageklas (groep 8) is er een groot verschil wat de kinderen kunnen qua tekenen. De meiden zijn dol op tekenen en kunnen dit dan ook goed. De jongens vinden het niet leuk en proberen het dan ook altijd zo snel mogelijk af te krijgen, aan mensenfiguren beginnen ze dan ook gewoon niet.
Op deze tekening is te zien dat er al wordt afgestapt van de pictogrammen. De poppetjes krijgen al een hoofd, nek, romp, benen, armen, voeten en handen. De armen en benen bestaan echter nog wel uit één deel. De verhoudingen in het hoofd kloppen ook nog niet, de ogen zitten te hoog, de mond is te groot en de poppetjes hebben nog geen oren.
Ook de hond lijkt al veel meer op een echte hond met een hoofd, lichaam en poten.
Dit kind zit al wel in het realistische stadium, want het houdt al wel rekening met perspectief (hond-kind). Ook de lichaamsverhoudingen kloppen redelijk, maar nog niet helemaal goed.
Op de volgende tekening zit het kind nog in stadium 2: schematisch stadium. Het maakt nog gebruik van stereotypen. De verhoudingen van het lichaam klopt nog niet. Er wordt nog geen onderscheid gemaakt in onder- en bovenarm of onder- en bovenbeen, deze onderdelen bestaan nog uit één stuk. Ook het gezicht klopt in verhoudingen niet. Er wordt al wel gebruik gemaakt van het juiste kleurgebruik in deze tekening: hoofd en handen in huidskleur, geel voor het haar etc.
De kind die de volgende tekening/schilderij heeft gemaakt, zit in het realistisch stadium. Het paard en de ruiter hebben allebei de juiste verhoudingen. Ook wordt bij de ruiter al onderscheid gemaakt tussen boven- en onderarm en ook bij de benen. Ook de verhouding van de ruiter en het paar klopt. De ruiter heeft echter nog geen gezicht. Het kleurgebruik in de tekening is ook natuurgetrouw en klopt.
Op deze tekening is te zien dat er al wordt afgestapt van de pictogrammen. De poppetjes krijgen al een hoofd, nek, romp, benen, armen, voeten en handen. De armen en benen bestaan echter nog wel uit één deel. De verhoudingen in het hoofd kloppen ook nog niet, de ogen zitten te hoog, de mond is te groot en de poppetjes hebben nog geen oren.
Ook de hond lijkt al veel meer op een echte hond met een hoofd, lichaam en poten.
Dit kind zit al wel in het realistische stadium, want het houdt al wel rekening met perspectief (hond-kind). Ook de lichaamsverhoudingen kloppen redelijk, maar nog niet helemaal goed.
Op de volgende tekening zit het kind nog in stadium 2: schematisch stadium. Het maakt nog gebruik van stereotypen. De verhoudingen van het lichaam klopt nog niet. Er wordt nog geen onderscheid gemaakt in onder- en bovenarm of onder- en bovenbeen, deze onderdelen bestaan nog uit één stuk. Ook het gezicht klopt in verhoudingen niet. Er wordt al wel gebruik gemaakt van het juiste kleurgebruik in deze tekening: hoofd en handen in huidskleur, geel voor het haar etc.
De kind die de volgende tekening/schilderij heeft gemaakt, zit in het realistisch stadium. Het paard en de ruiter hebben allebei de juiste verhoudingen. Ook wordt bij de ruiter al onderscheid gemaakt tussen boven- en onderarm en ook bij de benen. Ook de verhouding van de ruiter en het paar klopt. De ruiter heeft echter nog geen gezicht. Het kleurgebruik in de tekening is ook natuurgetrouw en klopt.
De volgende tekening is niet door een kind uit mijn klas gemaakt, maar door een meisje uit groep 6. In deze tekening is duidelijk te zien dat zij nog in het schematisch stadium zit. Ze maakt nog gebruik van stereotypen. Ook kloppen de verhoudingen totaal nog niet. Het lichaam van het poppetje heeft te lange benen, een te kort bovenlichaam en een te klein hoofd. Verder heeft het nog geen natuurlijke houding. Hieraan is duidelijk te zien dat dit kind nog niet in het realistische stadium zit.
Het verbeelden van de ruimte (Jessica Post 100430)
Er is veel verschil in mijn stageklas (groep 8) wat betreft tekenen. Eigenlijk zitten alle meiden in de klas al wel in het realistische stadium. Ze tekenen mensen figuren al wel ongeveer
in de juiste verhoudingen en maken veel gebruik van kleur, ook de juiste
kleuren. De jongens echter in de klas zitten bijna allemaal nog in het schematische stadium. Ze maken veel gebruik van stereotypen en pictogrammen. Ook hebben ze de juiste verhoudingen nog niet helemaal in de gaten. De jongens zijn ook veel minder enthousiast om te tekenen dan de meiden. Ook is er nog een groot verschil hoe kinderen in de ruimte
tekenen.
Op de volgende tekening wordt er al wel in de ruimte
getekend. Het meisje heeft geprobeerd diepte in de tekening te maken, door
meerdere grondlijnen te gebruiken. Dit hoort bij fase 6. Je ziet dat bij de weg
die is getekend (ook een grondlijn) er sprake is van omklapping. Het huis op de
laatste grondlijn is geprobeerd in diepte te tekenen. Ook is er een goed
verschil in grootte, de kinderen op de voorgrond zijn groter getekend dan het
huis op de achtergrond. Hiermee wordt er ook diepte in de tekening aangebracht.
Op de volgende tekening wordt er nog geen ruimte in de tekening gecreëerd. Alles op de tekening is nog 2D, er wordt bij geen enkel voorwerp op de tekening dieptelijnen gebruikt. Ook kloppen de verhoudingen in de tekeningen nog niet helemaal. Het jongetje op de tekening zou dan langer dan 2 meter moeten zijn. Ook maakt de tekenaar nog veel gebruik van pictogrammen. De boom, het huis en de wolken zijn eigenlijk vaste pictogrammen.
De jongen zit nog in fase 3 (onderrand=grondlijn). Hij zet alle voorwerpen in de tekening nog op de grondlijn.
Op de volgende tekening wordt er wel nagedacht over diepte, maar nog niet goed uitgevoerd. Er is veel omklapping in de tekening te zien, bijvoorbeeld bij de rails van de achtbaan. Ook bij de vijver met eenden zie je duidelijk omklapping. Hier is de diepte niet goed uitgewerkt. Er wordt in deze tekening ook nog veel met pictogrammen gewerkt, zie de zon en de wolken. Verder is er in de tekening wel rekening mee gehouden dat de poppetjes veel kleiner getekend moeten worden. Dit kind zit in fase 6/7, want er is sprake van omklapping.
Op de laatste tekening wordt er gebruik gemaakt van veel diepte lijnen. Dit kind heeft geprobeerd het zo echt mogelijk te tekenen. Zij heeft veel gebruik gemaakt van liniaal om alles zo recht mogelijk te krijgen. Ook heeft zij heel goed rekening gehouden met de dieptelijnen in een kamer.Zij zit al in fase 8, want ze heeft heel duidelijk door hoe het lijnperspectief werkt, zoals te zien is in dit schilderij.
De opdracht(Sabine Overbeek 100201)
De opdracht:
De leerlingen uit groep 1/2 kregen een half a4-papiertje.
Ze kregen de opdracht om zichzelf te tekenen met hun mama,papa etc.in een omgeving waar ze het liefste waren. Ik noemde voorbeelden: speeltuin, zwembad, pretpark.
Daarna deelde ik de blaadjes uit en gingen de leerlingen aan de slag. Ik zag veel mooie tekeningen.
Ook mochten ze als ze dat konden zelf hun naam op het blaadje zetten. Ze hebben ook hun eigen naam op het blaadje gezet. Als de leerlingen dat konden mochten ze ook de namen erbij zetten van wie de leerlingen hadden getekend. Bij de meeste heb ik persoonlijk aan de leerlingen gevraagd wie ze hadden getekend en heb ik er zelf de namen bijgezet.
Ik heb alle tekeningen meegenomen naar huis en bekeken. Een aantal hiervan staan bij de ruimte of bij de fases van het mensfiguur.
Bij een volgende les wil ik aandacht besteden alleen aan het mensfiguur. Dit wil ik in een groepje van 6 leerlingen gaan doen. We gaan eerst naar de mensfiguren kijken en daarna ga ik vragen stellen over de mensfiguren. Dan mogen de leerlingen het mensfiguur op hun blad tekeningen.
De leerlingen uit groep 1/2 kregen een half a4-papiertje.
Ze kregen de opdracht om zichzelf te tekenen met hun mama,papa etc.in een omgeving waar ze het liefste waren. Ik noemde voorbeelden: speeltuin, zwembad, pretpark.
Daarna deelde ik de blaadjes uit en gingen de leerlingen aan de slag. Ik zag veel mooie tekeningen.
Ook mochten ze als ze dat konden zelf hun naam op het blaadje zetten. Ze hebben ook hun eigen naam op het blaadje gezet. Als de leerlingen dat konden mochten ze ook de namen erbij zetten van wie de leerlingen hadden getekend. Bij de meeste heb ik persoonlijk aan de leerlingen gevraagd wie ze hadden getekend en heb ik er zelf de namen bijgezet.
Ik heb alle tekeningen meegenomen naar huis en bekeken. Een aantal hiervan staan bij de ruimte of bij de fases van het mensfiguur.
Bij een volgende les wil ik aandacht besteden alleen aan het mensfiguur. Dit wil ik in een groepje van 6 leerlingen gaan doen. We gaan eerst naar de mensfiguren kijken en daarna ga ik vragen stellen over de mensfiguren. Dan mogen de leerlingen het mensfiguur op hun blad tekeningen.
ontwikkeling van de ruimte(Sabine Overbeek 100201)
Dit zijn de tekeningen van de ontwikkelingen van de ruimte.
In deze tekening zweeft alles, maar de figuren en objecten staan wel rechtop.
In deze tekening zweeft het ook nog, alleen de roosters zijn wel op een soort zelfbedachte grondlijn, maar nog niet alles.
In deze tekening is de onderrand de grondlijn, dit laat ze ook duidelijk zien, alles staat op een lijn.
De tekening is een overgang van een zelfgetekende grondlijn naar twee of meer grondlijnen. Het huid en de mensen staan op de 2de grondlijn.
Mensenfiguur (door Jessica Post 100430)
Als eerste kregen we de opdracht om een mensenfiguur te
tekenen. We kregen hier geen uitleg over, maar moesten dus gelijk beginnen met
tekenen. Ik heb vroeger toen ik zelf jong was heel veel getekend en had veel
tekenboeken. Hierdoor wist ik nog wel ongeveer hoe het menselijk lichaam is
opgedeeld. Toch vond ik het nog erg lastig om een goed mensenlichaam te tekenen
die een beetje de juiste verhoudingen heeft.
Zie hier het resultaat van de eerste opdracht.
Vervolgens kregen we uitleg over de verhoudingen van het
menselijk lichaam en moesten we meetekenen. Dit vond ik erg leuk, omdat ik dit
ook heel goed zou kunnen gebruiken in mijn stage, omdat ze daar heel veel
moeite hebben met het tekenen van personen. Ook voor mijzelf vond ik het interessant
om de juiste verhoudingen te weten om een menselijk lichaam te kunnen
tekenen. Waar ik nog wel veel moeite mee
heb, is het tekenen van het gezicht.
Daarna kregen wij de opdracht om een figuur te tekenen die
in verhoudingen dus niet klopte. Dit was een leuke opdracht om te doen, omdat
je nu geen rekening hoefde te houden met verhoudingen en je hoefde geen
natuurgetrouw menselijk figuur te tekenen. Ook omdat je met rare verhoudingen
aan het werk bent, komt er een raar figuur uit.
Dit zou ik een hele leuke opdracht vinden voor in mijn
stageklas, omdat het bij deze opdracht niet uitmaakt of je heel goed kan
tekenen of niet. Mijn leerlingen in de stageklas zijn zich heel bewust dat iets
niet klopt of niet mooi genoeg is. Bij deze les krijgen ze veel houvast in hoe
ze wel een goed menselijk lichaam moeten tekenen, wat iedereen kan als je je
aan de verhoudingen houdt. Ook de opdracht om juist niet in verhoudingen een
mens te tekenen, vind ik een erg leuk idee. Er zullen waarschijnlijk heel veel
rare creaties uitkomen, waarbij het niet uitmaakt of het precies klopt of niet.
Dus al met al vind ik het een hele leuke, leerzame les die
ik misschien wel in mijn stageklas ga gebruiken!
mijn mensfiguur(Sabine Overbeek 100201)
Opdracht: Teken een mensfiguur met de goede verhoudingen.
Dit is mijn mensfiguur.
Daarna moesten we zelf een mensfiguur tekenen die in verhouding niet klopte.
Het resultaat:
Mensenfiguur (Sandra Verburg 100275)
De opdracht.
We moesten eerst zonder uitleg een mensenfiguur tekenen. Doordat ik op de middelbare school examen heb gedaan in tekenen wist ik nog een beetje hoe dat ging. De verhoudingen wist ik niet, maar doordat ik veel modellen heb getekend kwam ik hiermee goed uit de voeten. Mijn eerste tekening was dan ook best aardig gelukt.
Vervolgens kregen wij een uitgebreide uitleg en mochten we mee tekenen met dat wat u op het bord deed.
Dit vond ik een leuke opdracht. Zeker omdat ik altijd veel modellen heb getekend weet ik nu de goede verhoudingen voor als ik dat nog een keer wil gaan doen.
Kortom ik vond dit een hele leuke opdracht!
Werkstuk van: Tommy de sneeuwpop&Lucky de vogel.
Dit is het poppetje dat naar aanleiding van Sandra haar examenwerkstuk op de middelbare school is geschilderd. Tommy is hier een sneeuwpop geworden. Het in elkaar zetten van Tommy ging uiteindelijk niet zo soepel. We wilden het hoofd laten bewegen en dachten door het hoofd en het lichaam van een ballon te maken dat dit wel zou lukken. Dit was echter niet het geval, want we kregen het hoofd en lichaam niet strak op elkaar geknoopt waardoor hij heel erg bewegelijk werd.
Dit hebben we uiteindelijk opgelost met dubbelzijdig tape. Tijdens het filmpje heeft Sandra hem ook vast gehouden, want hij kon zelf niet blijven staan.
We hebben gebruik gemaakt van de volgende materialen van boven naar beneden:
Waaiertje op het hoedje - Karton en splitpen.
Hoedje - (fruit) Karton.
Hoofd - Ballon en papier-maché
Ogen en neusje - (fruit) karton en papier-maché
Lichaam - Ballon en papier-maché
Armen - chenilledraad.
Sjaal - crêpe-papier en tape
Voetjes - (fruit) Karton.
De volgende keer zouden we het hoofd en lichaam aan elkaar vast maken. Dit was voor ons een stuikelblok. Ook was het hoofd zwaarder dan het lichaam, waardoor hij niet zelf kon blijven staan. Dit zouden we een volgende keer oplossen door de voeten steviger aan het lichaam vast te maken door middel van een schroef.
Verder staat hij nu naast het bed van Sandra. :)
Hier boven zie je Lucky de vogel. Deze is gemaakt door Sabine Overbeek en Margriet Kamminga.
Wij hebben gebruik gemaakt van de volgende materialen:
2 kartonnen halve bollen voor het lijf.
veertjes in de kleuren: rood, oranje en blauw
het hoofd is van een piepschuim bolletje. Het hoofd hebben wij rood geverfd met blauwe ogen en
een oranje snavel.
De armen en benen zijn van chenilledraad met daaraan kralen in rood, oranje en blauw.
Aan het lichaam hebben wij 4 touwtjes gebonden aan het eind van die touwtjes hebben wij een
houten kruis gemaakt.
Het maken van Lucky verliep goed. Eerst wilden we stevige benen zodat hij ook zou kunnen staan. Maar uiteindelijk hebben wij besloten dat dit niet noodzakelijk was en hebben wij de benen net als de armen van chenilledraad.
Als wij de vogel nog een keer zouden moeten maken zouden wij geen tape gebruiken om het hoofd vast te maken. Het lijkt nu namelijk net of de vogel een verband om zijn heeft.
Dit hebben we uiteindelijk opgelost met dubbelzijdig tape. Tijdens het filmpje heeft Sandra hem ook vast gehouden, want hij kon zelf niet blijven staan.
We hebben gebruik gemaakt van de volgende materialen van boven naar beneden:
Waaiertje op het hoedje - Karton en splitpen.
Hoedje - (fruit) Karton.
Hoofd - Ballon en papier-maché
Ogen en neusje - (fruit) karton en papier-maché
Lichaam - Ballon en papier-maché
Armen - chenilledraad.
Sjaal - crêpe-papier en tape
Voetjes - (fruit) Karton.
De volgende keer zouden we het hoofd en lichaam aan elkaar vast maken. Dit was voor ons een stuikelblok. Ook was het hoofd zwaarder dan het lichaam, waardoor hij niet zelf kon blijven staan. Dit zouden we een volgende keer oplossen door de voeten steviger aan het lichaam vast te maken door middel van een schroef.
Verder staat hij nu naast het bed van Sandra. :)
Hier boven zie je Lucky de vogel. Deze is gemaakt door Sabine Overbeek en Margriet Kamminga.
Wij hebben gebruik gemaakt van de volgende materialen:
2 kartonnen halve bollen voor het lijf.
veertjes in de kleuren: rood, oranje en blauw
het hoofd is van een piepschuim bolletje. Het hoofd hebben wij rood geverfd met blauwe ogen en
een oranje snavel.
De armen en benen zijn van chenilledraad met daaraan kralen in rood, oranje en blauw.
Aan het lichaam hebben wij 4 touwtjes gebonden aan het eind van die touwtjes hebben wij een
houten kruis gemaakt.
Het maken van Lucky verliep goed. Eerst wilden we stevige benen zodat hij ook zou kunnen staan. Maar uiteindelijk hebben wij besloten dat dit niet noodzakelijk was en hebben wij de benen net als de armen van chenilledraad.
Als wij de vogel nog een keer zouden moeten maken zouden wij geen tape gebruiken om het hoofd vast te maken. Het lijkt nu namelijk net of de vogel een verband om zijn heeft.
ontwikkeling van het mensfiguur(Sabine Overbeek 100201)
Van kopvoeter naar compleet mensfiguur.
Patrick zit nog op het niveau van de kopvoeter. Alles zit nog vast aan het hoofd.
Dit kind zit op het niveau van kopvoeter met lijfaanduiding. Deze leerling heeft alleen een lichaam getekend en een hoofd met haar en ogen en een mond.
Floor zit op het niveau van de draadfiguur. De benen en armen zijn nog een soort van stokjes.
Mahad zit op het niveau van het complete mensfiguur. Dit figuur heeft nog niet bij alle kanten een nek. Er zit wel overgang in naar het silhouet figuur.
Het filmpje
Tommy en Lucky.
Op het liedje most wonderful time komt Lucky aanvliegen. Tijdens zijn vliegtocht naar het zuiden komt hij Tommy tegen. Lucky is een beetje van zijn route af gegaan en komt de ijspop tegen. Het is hartstikke gezellig en uiteindelijk wijst Tommy Lucky de goede weg.
Maar dan komt de stilte. Tommny is een beetje verdrietig, omdat hij nu weer helemaal alleen is. Hij kan niks anders doen dan wachten totdat er weer een vogel verkeerd is gevlogen en aan Tommy de weg vraagt. Maar dan opeens ziet hij in de verte een vogel die erg veel op Lucky lijkt. En als de vogel nog dichterbij komt ziet Tommy dat het echt Lucky is. Hij is zo blij dat Lucky er weer is en ook Lucky is blij dat hij Tommy weer heeft gevonden. Toen Lucky weg was gevlogen had hij Tommy gelijk gemist. Daarom was hij terug gekomen. Ze begroeten elkaar en gaan samen lekker naar het huis van Tommy.
En zo blijven Tommy en Lucky voor altijd samen en leven een lucky life.
Groepsproces:
Sabine en Margriet hebben de vogel Lucky gemaakt. Vicky, Sandra en Laura hebben de sneeuwpop Tommy gemaakt. Jessica heeft geholpen bij het filmpje maken.
De samenwerking verliep goed, iedereen heeft zijn bijdrage geleverd.
donderdag 12 januari 2012
De opdracht(Margriet Kamminga 110152)
De opdracht
De productie opdracht:
De tafels van de leerlingen staan in groepjes van +/- 5 kinderen. Per groepje krijgen de leerlingen een houten pop op stok. Ze moeten de pop in een actieve stand zetten zodat het lijkt alsof hij aan het sporten is. De leerlingen mogen zelf bepalen welke sport dat is. Daarna gaan ze een schets maken van het poppetje waarbij alle verbindingen zoals de schouder, elleboog, knieën etc. worden getekent als een rondje. De onder- en bovenarmen worden nog getekend als stokjes. Ook de boven- en onderbenen mogen als stokjes worden getekend. Als de leerlingen hiermee klaar zijn maken ze een zo realistisch mogelijk poppetje door goed te kijken naar de schets waarop ze kunnen zien waar de verbindingen in het lichaam zich bevinden, en welke verhoudingen het lichaam heeft.
Waarom deze opdracht in mijn stageklas?:
Bij de tekeningen die de kinderen voor mij hadden gemaakt viel het mij op dat sommige kinderen de armen nog uit de zij laten komen. Door ze een houten pop te geven en ze vervolgens in hun schets te laten aangeven met rondjes waar de verbindingen zich bevinden zal het ze opvallen dat de armen hoger zitten dan dat ze getekend hadden. Ook kunnen ze de verhoudingen tussen lichaamsdelen zo beter zien. Omdat mijn leerlingen in groep 7 zitten in het realistische stadium waarbij ze zo echt mogelijk willen tekenen, zullen ze deze opdracht een leuke uitdaging vinden.
De problemen met deze opdracht:
technisch probleem: is dat ze heel goede de pop moeten bestuderen om de goede verhoudingen af te zien en goed te zien op welke punten de verbindingen van het lichaam zich bevinden. Als ze zich niet houden aan de verhoudingen van het gezicht of lichaam, dan klopt de hele afbeelding niet meer. Dit wordt met deze opdracht heel erg duidelijk of ze dat goed kunnen zien en na kunnen tekenen.
Motorisch probleem: de leerlingen moeten tijdens deze les met potlood tekenen. waarschijnlijk zullen ze het moeilijk vinden om de schets goed na te tekenen.
De productie opdracht:
De tafels van de leerlingen staan in groepjes van +/- 5 kinderen. Per groepje krijgen de leerlingen een houten pop op stok. Ze moeten de pop in een actieve stand zetten zodat het lijkt alsof hij aan het sporten is. De leerlingen mogen zelf bepalen welke sport dat is. Daarna gaan ze een schets maken van het poppetje waarbij alle verbindingen zoals de schouder, elleboog, knieën etc. worden getekent als een rondje. De onder- en bovenarmen worden nog getekend als stokjes. Ook de boven- en onderbenen mogen als stokjes worden getekend. Als de leerlingen hiermee klaar zijn maken ze een zo realistisch mogelijk poppetje door goed te kijken naar de schets waarop ze kunnen zien waar de verbindingen in het lichaam zich bevinden, en welke verhoudingen het lichaam heeft.
Waarom deze opdracht in mijn stageklas?:
Bij de tekeningen die de kinderen voor mij hadden gemaakt viel het mij op dat sommige kinderen de armen nog uit de zij laten komen. Door ze een houten pop te geven en ze vervolgens in hun schets te laten aangeven met rondjes waar de verbindingen zich bevinden zal het ze opvallen dat de armen hoger zitten dan dat ze getekend hadden. Ook kunnen ze de verhoudingen tussen lichaamsdelen zo beter zien. Omdat mijn leerlingen in groep 7 zitten in het realistische stadium waarbij ze zo echt mogelijk willen tekenen, zullen ze deze opdracht een leuke uitdaging vinden.
De problemen met deze opdracht:
technisch probleem: is dat ze heel goede de pop moeten bestuderen om de goede verhoudingen af te zien en goed te zien op welke punten de verbindingen van het lichaam zich bevinden. Als ze zich niet houden aan de verhoudingen van het gezicht of lichaam, dan klopt de hele afbeelding niet meer. Dit wordt met deze opdracht heel erg duidelijk of ze dat goed kunnen zien en na kunnen tekenen.
Motorisch probleem: de leerlingen moeten tijdens deze les met potlood tekenen. waarschijnlijk zullen ze het moeilijk vinden om de schets goed na te tekenen.
Margriet Kamminga - verbeelden van de ruimte (groep 7)
Tekeningen groep 7: de opdracht bij deze tekningen was, teken een mens die actief bezig is. Eisen: de mens moet helemaal van top tot teen te zien zijn. Aan de tekeningen is te zien dat de meeste kinderen uit mijn stageklas in het realistisch stadium zitten. Zo heeft heeft kind die de tekening hiernaast niet op de grondlijn getekend maar op een soort denkbeeldige middenlijn. De verhoudingen van de visser kloppen ook redelijk goed. Ook is er overlapping wat erop wijst dat het kind al goed is 3d kan denken. De wolken zijn wel stereotypen wat niet bij het realistische stadium hoort.
Samuel (jongen), 11 jaar
De tekening hiernaast is ook in 3d. de woestijn loopt door ook achter de kameel. De zon is een sterotype.
Koen (jongen) 10 jaar
Dit meisje maakt nog gebruik van stereotypen en de verhoudingen kloppen nog niet helemaal. En ze heeft alles in 2d getekend. Dit alles wijst erop dat dit kind nog in het schematisch stadium zit.
Lente (meisje) 10 jaar
Jim (jongen), 11 jaar
Er word in 3d getekend alleen nog wel op de grondlijn. Deze jongen zal in de overgang van het schamatische stadium naar het realistische stadium zitten.
woensdag 11 januari 2012
De opdracht. (Vicky Somhorst-100247)
Before and After.
De productieve opdracht:
De kinderen tekenen een object of iets/iemand, hoe dat gene er eerst uit zag voordat het gebruikt was en hoe het eruit ziet hoe het er daarna uit ziet. Bijvoorbeeld een appel. Aan de linker kant tekent de leerling een goede appel, in het midden gaat hij over op een rotte appel.
De kinderen moeten zelf een voorwerp bedenken.
Waarom deze opdracht in mijn stage klas?
Deze opdracht is goed voor mijn stage klas, want door deze opdracht worden de kinderen gestimuleerd op in de derde dimensie te tekenen. Ook tekenen een aantal kinderen vaak heel veel verschillende (kleine) dingen op een papier. Met deze opdracht worden ze gedwongen om één groot ding te tekenen en dus hierin al hun aandacht te stoppen.
De kinderen worden ook gestimuleerd om zo realistisch mogelijk te tekenen. Dit doen ze namelijk doordat ze voor en na gebruik moeten tekenen.
De problemen met deze opdracht.
Het technische probleem is dat ze één ding voor het gebruikt is moeten tekenen en dan in diezelfde tekening ook een helft moeten laten zien hoe het eruit ziet als je het hebt gebruikt.
Het motorische probleem is dat de kinderen gebruiken moeten maken van 2 soorten tekengerei. Namelijk de "goede" helft wil ik dat ze kleurpotloden gebruiken en dan het "slechte" deel moeten ze met houtskool tekenen. Hierdoor word het contrast nog groter. Bij het houtskool moeten de kinderen gebruik maken van schaduwen.
De productieve opdracht:
De kinderen tekenen een object of iets/iemand, hoe dat gene er eerst uit zag voordat het gebruikt was en hoe het eruit ziet hoe het er daarna uit ziet. Bijvoorbeeld een appel. Aan de linker kant tekent de leerling een goede appel, in het midden gaat hij over op een rotte appel.
De kinderen moeten zelf een voorwerp bedenken.
Waarom deze opdracht in mijn stage klas?
Deze opdracht is goed voor mijn stage klas, want door deze opdracht worden de kinderen gestimuleerd op in de derde dimensie te tekenen. Ook tekenen een aantal kinderen vaak heel veel verschillende (kleine) dingen op een papier. Met deze opdracht worden ze gedwongen om één groot ding te tekenen en dus hierin al hun aandacht te stoppen.
De kinderen worden ook gestimuleerd om zo realistisch mogelijk te tekenen. Dit doen ze namelijk doordat ze voor en na gebruik moeten tekenen.
De problemen met deze opdracht.
Het technische probleem is dat ze één ding voor het gebruikt is moeten tekenen en dan in diezelfde tekening ook een helft moeten laten zien hoe het eruit ziet als je het hebt gebruikt.
Het motorische probleem is dat de kinderen gebruiken moeten maken van 2 soorten tekengerei. Namelijk de "goede" helft wil ik dat ze kleurpotloden gebruiken en dan het "slechte" deel moeten ze met houtskool tekenen. Hierdoor word het contrast nog groter. Bij het houtskool moeten de kinderen gebruik maken van schaduwen.
Het verbeelden van de ruimte. (Vicky Somhorst-100247)
Van 2D naar 3D
Tim (man) 11 jaar
In deze tekening is een begin gemaakt het met tekenen met diepte lijnen. Hij heeft geprobeerd de bekken eruit te laten komen. Daarnaast is er een losstaande bekken(links) getekend met wat diepte lijnen en de bekken zelf door het cirkeltje iets meer liggend te tekenen.
In deze tekening is getekend met diepte lijnen. Bijvoorbeeld als je kijkt bij de draaitafel. Er zijn meerdere grondlijnen te zien, namelijk beneden waar Rik staat dan boven in de studio waar Daan zelf zit en dan nog een grondlijn waar de DJ draait.
In mijn klas zitten alle kinderen al in het laatste stadium, namelijk het realistisch beeldend vermogen. Bij de kinderen is nog wel een verschil in in de ruimte tekenen. Deze jongen zit qua tekenen in de ruimte nog aan het begin van realistisch tekenen. Alles staat nog op de grondlijn --> de onderkant van het blaadje. Hij heeft alles nog uit de losse pols getekend. Wat hij wel al goed doet is dat de voorwerpen of mensen niet meer doorzichtig zijn.
Deze jongen heeft de vrachtwagen getekend maar nog helemaal in 2D. De vrachtauto is precies zo getekend als dat wat je ziet als je er recht voor staat. Hij heeft nog geen gebruik gemaakt van diepte lijnen. Maar hij is al wel bezig met zo recht mogelijk tekenen. Dit door middel van een liniaal.Tim (man) 11 jaar
In deze tekening is een begin gemaakt het met tekenen met diepte lijnen. Hij heeft geprobeerd de bekken eruit te laten komen. Daarnaast is er een losstaande bekken(links) getekend met wat diepte lijnen en de bekken zelf door het cirkeltje iets meer liggend te tekenen.
In deze tekening is getekend met diepte lijnen. Bijvoorbeeld als je kijkt bij de draaitafel. Er zijn meerdere grondlijnen te zien, namelijk beneden waar Rik staat dan boven in de studio waar Daan zelf zit en dan nog een grondlijn waar de DJ draait.
Ontwikkeling van de mensfiguur (Vicky Somhorst-100247)
Van pictogram naar goede verhoudingen.
Typisch kenmerk van deze tekening is het pictogram van het poppetje. Hoewel de rest van de tekening meer in het stadia realistisch kan, behoort het poppetje in het stadia van schematisch beeldvermogen.
Bij dit poppetje zie je dat het kind al van het pictogram af is gestapt. Ze heeft het poppetje een hoofd, romp, benen, armen en handen gegeven. De armen komen alleen nog wel van het midden van de romp ipv bij de schouder.
Dit poppetje zitten alle ledematen op de juiste plek. Ook het gezicht is bijna helemaal in verhouding met het echte lichaam. Het poppetje heeft nog wel kaarsrechte armen, deze zijn nog niet flexibel. Bij het poppetje dat op de tafel ligt zie je dat de handen ook ongeveer op de goede plek zitten. Net iets voorbij de romp.
Dit poppetje is helemaal in verhouden om de voeten na. Die staan nog naar buiten. De armen zijn nu ongeveer op de goede manier flexibel.
Opdracht: Wat wil je later worden?
Abonneren op:
Posts (Atom)