Stadium 1: het krabbelstadium.
Het kind krast wat op het papier, maar zodra het kind wat controle krijgt kan het cirkels en stippen zetten.
Vicky (vrouw) 3 jaar.
Bij deze tekening zie je goed de cirkels en de punten. Dit maakt deze tekening typerend voor het krabbelstadium.
Stadium 2: het Schematisch stadium.
Het kind ontwikkeld het tekenen van symbolen die belangrijk voor hem zijn.
Bij deze tekening zie je dat de verhoudingen van het poppetje al een stuk verbeterd zijn. De armen zitten vast aan de schouders. Er is losgelaten van het symbool. Verder is er ook diepte geprobeerd te tekenen(de kast).
Bij deze tekening zie je goed de cirkels en de punten. Dit maakt deze tekening typerend voor het krabbelstadium.
Stadium 2: het Schematisch stadium.
Het kind ontwikkeld het tekenen van symbolen die belangrijk voor hem zijn.
Op deze tekening zie je dat ik ben begonnen met het maken van mij zelf. Het is het symbool voor een poppetje. Als je naar de voeten kijkt zie je dat er al een beetje gebruik word gemaakt van omklapping.
Later gaat het kind tekeningen maken die steeds verhalender zijn. Daarbij komt veel omklapping voor en zijn de symbolen doorzichtig.
Op deze tekening is duidelijk het verhaal van de verjaardag van de juf, waar stoelendans is gedaan, getekend. Het symbool voor een poppetje is erg duidelijk en ook de omklapping(bij de stoelen) kenmerkt deze tekening voor dit stadium.
Stadium 3: Realistisch stadium.
Bij het derde en laatste stadium gaat het kind steeds meer de werkelijkheid tekenen. En de verhoudingen van de mensen/dieren gaan steeds meer kloppen.
(Vicky Somhorst- 100247)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten